Ondersteuning


Binnen onze school is er een structuur van leerlingenzorg. Die is beschreven in ons Ondersteuningsplan. De ondersteuning is uitgewerkt op 3 niveaus.

Ondersteuningsniveau 1

Dat is alle ondersteuning die de leerkracht in de klas biedt.

Deze ondersteuning staat beschreven in het groepsplan wat de leerkracht naar aanleiding van de doelenoverzichten vanuit de ontwikkelingsperspectieven van de kinderen voor zijn groep maakt. Daarin zijn, indien nodig, voor individuele kinderen aanvullingen opgenomen.

Het groepsplan wordt in ieder geval twee keer per jaar besproken en geëvalueerd met de intern begeleider. Uiteraard kan het, als dat nodig is, vaker worden bijgesteld.

Om de vorderingen per leerling van dag tot dag goed bij te kunnen houden, is het noodzakelijk dat de leerkracht goed observeert en registreert. Daarnaast neemt de leerkracht de methodegebonden toetsen af en analyseert deze. Deze analyse wordt in het groepsplan vastgelegd.

Afhankelijk daarvan wordt bepaald of er extra geoefend moet met bepaalde moeilijkheden. Verder worden voor de verschillende vakken volgens een vast toetsrooster methode onafhankelijke toetsen afgenomen om de prestaties objectief te kunnen meten. (CITO)

Ondersteuningsniveau 2

Naar aanleiding van een groeplanbespreking of omdat het nodig is, kan een leerling  besproken worden in een leerlingbespeking. Hierbij kan besloten worden of de ondersteuning in de klas al dan niet voldoet. Indien dit niet het geval is, bekijken de intern begeleider en de leerkracht samen welke andere stappen er genomen kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan extra onderzoek, logopedische ondersteuning of iets dergelijks.

Indien wenselijk kunnen ook andere functionarissen van de school bij de bespreking aanwezig zijn. (orthopedagoog, logopedist, schoolmaatschappelijk werker).

In incidentele gevallen wordt er voor een leerling, na een leerlingbespreking een individueel handelingsplan gemaakt. Dit wordt door de groepsleerkracht met de ouders besproken.

Ondersteuningsniveau 3

Alle leerlingen worden jaarlijks ten minste één keer in het Ondersteuningsteam (OT) besproken. In deze bespreking wordt het ontwikkelingsperspectief vastgesteld of geëvalueerd. In het zorgteam zitten, naast de directeur die tevens voorzitter is, de orthopedagoog, de intern begeleider, de schoolarts en de schoolmaatschappelijk werker. Dit team komt ongeveer 6 keer per jaar bij elkaar.

Als er in de leerlingbespreking naar voren komt dat er een breder overleg nodig is, kunnen kinderen door de intern begeleider op de agenda van het zorgteam worden gezet.

image